Echografie wordt toegepast als aanvullend onderzoek van musculoskeletale (spier/bot) structuren, waarbij op eventuele aandoeningen van de schouder, elleboog, pols/hand, heup, knie en enkel/achillespees gescreend kan worden.
Bij echografie wordt gebruik gemaakt van hoog frequente geluidsgolven, die voor het menselijk gehoor niet waarneembaar zijn. De geluidsgolven worden het lichaam ingezonden door een transducer direct op de huid te plaatsen. De transducer is een apparaatje dat geluidsgolven kan zenden en ontvangen. Om het geluid goed te kunnen ontvangen en uitzenden zit er gel tussen de transducer en de huid. Het uitgezonden geluid wordt door de structuren in het lichaam teruggekaatst (echo) naar de transducer. Het teruggekaatste geluid wordt door een computer in een elektrisch signaal omgezet, waardoor op de monitor een beeld, bestaande uit grijstinten, ontstaat.
Indicatiegebieden en pathologieën van het bewegingsapparaat
- Spieren: scheuren, littekens, kalkneerslag
- Pezen: peesontstekingen, scheuren, kalkneerslag, (sub-)luxatie
- Slijmbeurzen: slijmbeursontsteking
- Gewrichtsbanden: verstuikingen, scheuren
- Kapsels: kapselontsteking, scheuren
- Kraakbeen: gewrichtsslijtage, defecten
- Meniscus: scheuren